LTO Noord vraagt meer speelruimte voor Amelander boeren

LTO Noord dringt in haar zienswijze op het ontwerpplan aan op een spoedige actualisatie, omdat al vijf jaar aan een nieuwe versie van het bestemmingsplan wordt gewerkt. Nieuwe ontwikkelingen als monovergisting, compostering van reststoffen en het installeren van erfmolens bij boerenbedrijven kunnen dan een plaats krijgen. Zo ontstaat er meer speelruimte om agrarische bedrijven aan te passen aan maatschappelijke wensen.

Als het aan de agrarische belangenbehartiger ligt, maakt gemeente Ameland het mogelijk dat boeren samen een mestvergistingsinstallatie opzetten. Hoewel daar nu nog geen sprake van is, zou daar in de toekomst behoefte aan kunnen zijn.

Rendabel

In het ontwerpbestemmingsplan wordt namelijk nog niet de mogelijkheid geboden om meststoffen afkomstig van verschillende veebedrijven in één monovergister te verwerken tot biogas en digestaat. Alleen dan kan zo'n installatie rendabel worden, waarschuwt LTO Noord.

Ook op het gebied van compostering biedt het ontwerpbestemmingsplan nog onvoldoende mogelijkheden om lokale kringlopen te sluiten en de bodem van agrarische percelen te verbeteren. 'Inzet van extra organische stof in de vorm van compost is voor agrarische bedrijven belangrijker dan ooit', schrijft LTO Noord in de zienswijze. Door bermmaaisel en snoeiafval van bijvoorbeeld de gemeente of het waterschap te gebruiken, is er op het Waddeneiland voldoende mogelijkheid om het organischestofgehalte te verhogen.

Salderen

Voorzitter Douwe Borsch van LTO Noord-afdeling Ameland noemt zelf het intern of extern stikstof salderen als een van de aandachtspunten. 'Dat moet wel weer gaan werken.' Overigens is er nog geen mestprobleem op Ameland, stelt hij vast. 'Degenen die mest overhebben, kunnen dat nog plaatsen bij collega's die tekortkomen. Ook die mogelijkheid willen we behouden.'

Borsch spreekt namens de elf melkveehouders, twee vleesveehouders en een aantal schapenhouders die het Waddeneiland telt. Zorgelijk vindt hij verder de aankoop van landbouwpercelen voor de afronding van het Natuurnetwerk Nederland. In totaal gaat het volgens de afdelingsvoorzitter nog om zo'n 80 hectare. 'Het voert de druk op de sector sluipenderwijs op. Er zitten bijvoorbeeld soms ook percelen bij op de hogere gronden. Die houden wij juist graag in agrarisch gebruik.'