40 procent meer lysine levert 44 procent meer uierweefsel bij zeugen

Gelten die vanaf dag 90 van de dracht een rantsoen krijgen met 40 procent meer verteerbaar lysine, ontwikkelen 44 procent meer klierweefsel in de uier. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van Chantal Farmer van het Sherbrooke Research and Development Centre of Agriculture and Agri-Food Canada.

40+procent+meer+lysine+levert+44+procent+meer+uierweefsel+bij+zeugen
© Twan Wiermans

Het grootste deel van de ontwikkeling van de uier bij zeugen vindt in de late dracht plaats. Het Canadese onderzoek toont aan dat de eiwitbehoefte in deze fase met de standaardnorm van de National Research Council wordt onderschat. De norm gaat uit van 18,6 gram verteerbaar lysine per dag. In de studie kregen de gelten 26 gram verteerbaar lysine per dag, ofwel 40 procent meer. Dat gebeurde door het aandeel soja in het rantsoen flink te verhogen.

In het onderzoek werden 38 gelten van een hoogproductief ras – Yorkshire Fast x Landrace Fast – ingezet. Tot dag 90 van de dracht kregen ze hetzelfde voer. Daarna kreeg de helft van de gelten het standaardadvies met 18,6 gram lysine per dag en de andere helft 26 gram lysine per dag.


Dag 110

Op dag 110 werden de gelten geëuthanaseerd om de ontwikkeling van het uierweefsel om de effecten op de ontwikkeling van het uierweefsel te kunnen vaststellen. Ook werden de nog niet geboren biggen gewogen.

De verschillen in ontwikkeling van het uierweefsel waren groot en significant. De gelten die de hoge hoeveelheid lysine kregen, hadden 44 procent meer klierweefsel in de uier. In eerdere onderzoeken met een hoger eiwitgehalte in het voer werden dergelijke verschillen niet gevonden. Volgens Farmer waren de verstrekte hoeveelheden extra eiwit in die onderzoeken te klein om een groot effect vast te kunnen stellen.


Positief voor groei

Naast het grote positieve effect op de uierontwikkeling had de hoge lysinegift ook positieve effecten op de groei van de zeugen en de biggen. Vanaf dag 90 groeiden de zeugen 3,8 kilo meer. De biggen waren op dag 110 gemiddeld 80 gram zwaarder. Ze wogen 1,29 kilo tegenover 1,21 kilo bij de zeugen op het controlevoer.

Volgens Farmer toont het onderzoek aan dat de lysine- en/of eiwitbehoefte van zeugen in de laatste fase van de dracht zwaar wordt onderschat. De forse extra lysine-/eiwitgift zorgt voor een veel betere ontwikkeling van het melkklierweefsel. Andere onderzoeken hebben al laten zien dat de zeugen hierdoor ook meer melk produceren en zwaardere biggen spenen. Het flink verhogen van de lysine-/eiwithoeveelheid einde dracht is volgens de onderzoeker dan ook zeker gewenst bij de huidige hoogproductieve zeugen die veel biggen van voldoende melk moeten voorzien.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    21° / 10°
    45 %
  • Woensdag
    23° / 11°
    60 %
  • Donderdag
    20° / 12°
    60 %
Meer weer