Varkenshouders krijgen meer keuzevrijheid bij Beter Leven

Nog voor het einde van dit jaar worden binnen het Beter Leven-keurmerk aanvullende besluiten van kracht onder andere de ruimte van de dieren en groepsgrootte. ‘Uitgangspunt blijft meer bewegingsvrijheid voor het dier, maar voor de ondernemer komt er meer keuzevrijheid’, zegt Rosan de Groot van de Dierenbescherming.

Varkenshouders+krijgen+meer+keuzevrijheid+bij+Beter+Leven
© Henk Riswick
In 2010 zijn een aantal criteria voor Beter Leven-varken opgesteld waaraan uiterlijk per 2025 moet worden voldaan. Enkele daarvan vereenvoudigen dankzij de aanpassingen die nu worden gedaan. Dat is het resultaat van voortschrijdend inzicht, geeft De Groot aan.

‘In het verleden gaven wij strakke normen, zoals die voor grotere groepen varkens’, verduidelijkt De Groot. ‘We zien nu bijvoorbeeld op bedrijven die ervaring opdoen met niet-gecoupeerde staarten, dat er situaties zijn waarbij die grotere groepen zorgen voor problemen.’


Aanpassing op verschillende punten

De aanvullende besluiten hebben betrekking op de groepsgrootte bij zowel zeugen als vleesvarkens, bekalken van lichtdoorlatend oppervlak, scheiding van schone en vuile weg, luchtinhoud per big en het uniformeren van de uitvoering van de mestplaats voor zeugen, biggen en vleesvarkens. Van de aanvullende besluiten noemen De Groot en haar collega Bert van den Berg die van de groepsgrootte het meest prangend.

Vanuit de Klankbordgroep Beter Leven Varkenshouders en via vragen van deelnemers aan het keurmerk kwamen daarover afgelopen jaren duidelijke signalen binnen. ‘In Nederland is geen bedrijf gelijk. Groepsgrootte is dan maatwerk’, zegt De Groot. In eerste instantie gold voor zeugen en vleesvarkens onder het keurmerk Beter Leven per 2025 een minimale groepsgrootte van 20 dieren.

Uit oogpunt van dierenwelzijn zijn sommige huisvestings- en/of voersystemen daarvoor echter minder geschikt. Daarom werden, onder voorwaarden, in 2018 ook groepen kleiner dan 20 dieren toegestaan. De voorwaarden hadden betrekking op de beschikbare ruimte per zeug of vleesvarken. De praktijk bestempelde dat echter als ‘niet haalbaar’. De voorwaarden gingen ten koste van te veel dieren.


Ruimte per varken

In de aanvullende besluiten is nu vastgesteld dat in een groep tot 20 dragende zeugen 2,4 vierkante meter per dier beschikbaar moet zijn. Dat was 2,5 vierkante meter voor een groep van 11 tot 20 dieren en 2,75 vierkante meter bij groepen tot 10 dieren. De Groot: ‘Afgelopen jaren hebben het inzicht opgeleverd dat een zeug in een kleine groep ook verbetering ervaart bij 2,4 vierkante meter per dier om te liggen, exploreren, vreten en mesten.’

Bij vleesvarkens vond een vergelijkbare aanpassing plaats. Door de aanpassing gaat daar de beschikbare ruimte voor groepen tot 20 vleesvarkens naar 1,09 vierkante meter, waarbij voor geen enkel dier minder ruimte beschikbaar is.

Bedrijven die bij de gespeende biggen minder dan 1,2 kuub stalinhoud per big hebben, hoeven in principe niet te verbouwen. Zij mogen het stalklimaat ook monitoren en borgen met sensoren. Van den Berg: ‘Een goed stalklimaat hangt niet alleen af van de luchtinhoud van een stal. Dat kun je ook bereiken met een goed ventilatiesysteem en goede klimaatinstellingen.’


Stalklimaat borgen

De Dierenbescherming werkt aan het herzien van de Beter Leven-criteria Varkens. In de nieuwe set, die in 2024 wordt vastgesteld, worden criteria opgenomen om het stalklimaat te borgen via monitoringstechnieken. Die criteria worden breder geïmplementeerd dan enkel voor gespeende biggen, geven Van den Berg en De Groot aan.

De mogelijkheid om doorlatend oppervlak van april tot en met september te bekalken, vloeit ook voort uit voortschrijdend inzicht. Feit is dat het klimaat verandert en hittestress kan leiden tot agressie en bijtgedrag. ‘Sommige stallen zijn zo gesitueerd of ingericht dat het geen issue is. Waar dat wel het geval is, heeft de varkenshouder nu een handvat om mee te sturen.’


Keurmerk onder druk

Er is veel onrust rondom het Beter Leven-keurmerk. In de sector gonst het van de signalen dat veel deelnemers niet meer willen investeren in de 15 jaar geleden vastgestelde criteria die vanaf 2025 voor iedereen gelden. Die geluiden bereikten de Dierenbescherming ook. Om hoeveel bedrijven het gaat, weet de organisatie niet. Net zomin als ketenregisseurs, die daarop met het oog op 2025 zicht proberen te krijgen.

Van den Berg noemt de kans reëel dat, mede door de stoppersregelingen, het concept vanaf 2025 niet kan voldoen aan de binnenlandse vraag naar Beter Leven-varkensvlees. Anderzijds, geeft De Groot aan, zijn er ook varkenshouders zijn die graag willen instappen.

Dat de aanvullende besluiten samenhangen met de onrust, ontkennen Van den Berg en De Groot. ‘Wij doen vaker aanpassingen vanwege voortschrijdend inzicht. Onze inzet is het dierenwelzijn geleidelijk te verbeteren. We willen absoluut voorkomen dat het verslechtert.’


Vergunningverlening frustreert varkenshouders

Een belangrijk frustratiepunt van veehouders is het stroperige proces rondom vergunningverlening. Varkenshouders die nog willen investeren voor 2025 vrezen dat hun aanvraag wordt ingehaald door de tijd. Dierenbescherming heeft daarom een opdracht uitgezet bij een bouw- en vergunningsadviesbureau om in kaart te brengen in hoeverre de wijzigingen per 2025 vergunningplichtig zijn en vergunningverlening stilligt in verband met de stikstofperikelen. In dat geval kan de Dierenbescherming overwegen langs die weg ruimte te creëren, vergelijkbaar met het uitstel voor vleeskuikenhouders voor overdekte uitloop.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Maandag
    18° / 5°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    45 %
  • Woensdag
    23° / 11°
    60 %
Meer weer