Tarwemarkt heeft oorlog in Oekraïne bijna volledig verwerkt

De prijzen voor tarwe op de internationale graanmarkten naderen het niveau van de jaren voor het uitbreken van de oorlogshandelingen in Oekraïne. Op de Matif in Parijs daalden de noteringen voor voertarwe op levering in maart en mei tot om en nabij 205 euro per ton. Dat is ongeveer de helft lager dan in mei 2022. Toen bereikte de tarwemarkt een top met prijzen van ruim boven 400 euro.

Eigenlijk is de huidige tarweprijs opmerkelijk, omdat de tarwevoorraden wereldwijd het laagst zijn sinds het seizoen 2016-2017. Het betekent dat al zeven jaar op rij wereldwijd meer tarwe wordt verbruikt dan geproduceerd. De nieuwe prognosecijfers voor het seizoen 2023-2024 van het Amerikaanse landbouwministerie USDA in het World Agricultural Supply and Demand Estimates (Wasde)-rapport voor februari 2024 bevestigen dit.

16,9 weken consumptie

USDA heeft de wereldwijde tarwevoorraden met 0,7 miljoen ton naar beneden bijgesteld tot 259,4 miljoen ton. De lagere voorraden worden vooral toegeschreven aan China, Oekraïne en India. De theoretische tarwevoorraad berekend op 1 juli 2024 is bij het huidige verbruik genoeg voor 16,9 weken consumptie. Ter vergelijking: in 2021 kort voor het uitbreken van de oorlog in Oekraïne was de wereldvoorraad aan tarwe nog goed voor 18,6 weken consumptie.

De druk op de tarweprijzen laat zien dat er in principe voldoende aanbod is wereldwijd en dat er nauwelijks zorgen zijn voor de korte en middellange termijn over de aanlevering en export van tarwe. De oogst voor komend seizoen, dus oogst 2024, noteert de Matif nu op 220 tot 225 euro per ton. Ook die notering voor tarwe op levering in maart 2025 is ruim 50 euro lager dan een jaar geleden nog werd betaald voor langetermijncontracten.

Het relatieve optimisme over het aanbod van tarwe, ondanks dus de dalende voorraden, is ook een gevolg van de voorraadbalansen van agrarische grondstoffen als mais en sojabonen. Voor mais geldt dat USDA verwacht dat de wereldvoorraad toeneemt met 25 miljoen ton en ook voor sojabonen is de wereldwijde productie al twee jaar op rij groter dan het verbruik. Het betekent onder meer voor de veevoerindustrie dat alternatieven voor tarwe goed beschikbaar en betaalbaar zijn.