Extreme daling in aantal schapen door blauwtong

Het aantal schapen in Nederland is over het afgelopen jaar uitgekomen op 662.300 dieren (over alle leeftijdsklassen). Dat zijn 61.300 dieren minder dan de 723.600 schapen die in 2022 werden geteld. Wordt de stijging van 3.500 schapen in de provincie Noord-Brabant – de enige provincie waar volgens het CBS nu meer schapen gehouden worden – buiten beschouwing laten, dan bedraagt de daling zelfs bijna 9 procent.

Een mogelijke reden voor de daling van de schapenstapel is het feit dat schapenhouders hun bedrijf opgeven vanwege de wolvenproblematiek. De grootste reden zijn volgens het CBS echter de uitbraken van blauwtong. Dit is ook terug te zien aan de scheve verdeling van de daling in de verschillende leeftijdscategorieën. Bij de jonge lammeren tot zeven maanden oud is er niet of nauwelijks sprake van een daling in het aantal dieren.

Oudere lammeren

De grootste daling is te vinden in de categorie met oudere lammeren, van zeven maanden tot één jaar oud (-15,6 procent). Schapen die ouder dan één jaar zijn, zijn kennelijk wat beter bestand tegen het blauwtongvirus. Daar daalt het aantal dieren namelijk met 6,8 procent.

Blauwtong heeft vooral impact op het aantal schapen in Nederland. Hoewel de geitenstapel ook een daling van 9.000 dieren (-1,6 procent) laat zien, is deze daling in lijn met de afname van het jaar daarvoor. Het aantal runderen is met 28.000 dieren (-0,7 procent) licht gedaald. Een deel van die daling kan mogelijk komen door blauwtong. Al houdt het CBS voor een ander deel ook rekening met de gebruikelijke schommeling in aantal dieren sinds de invoering van het fosfaatreductieplan in 2018.

De varkensstapel vertoont al sinds 2018 een daling. In 2023 zijn er opnieuw 235.000 varkens minder geteld, ofwel een daling van 2,2 procent. Begin december waren er 10,5 miljoen varkens in Nederland. In 2018 waren er dat nog 12,5 miljoen.