Gans leert niet waar opvanggebied is

Van de overwinterende ganzen verblijft 59 procent binnen opvanggebieden, blijkt uit onderzoek van Sovon Vogelonderzoek Nederland in opdracht van het Faunafonds. Om de overige 41 procent richting de opvanggebieden te sturen, blijkt moeilijk.

'Bij ongewijzigd beleid, met opvang in bepaalde gebieden en verjaging/bejaging in andere gebieden, is het lastig om de ganzen te ‘leren’ waar ze welkom zijn,' zegt het Faunafonds.

Te klein

Volgens het Faunafonds neemt het aantal overwinterende ganzen nog steeds toe. Daardoor is de capaciteit van de opvanggebieden te klein. De grootte daarvan is namelijk berekend op eerdere gegevens met lagere aantallen ganzen.

Daarbij is er onvoldoende verschil tussen de foerageer omstandigheden voor ganzen in het opvanggebied en het gangbare agrarische gebied. Het is daardoor een stuk moeilijker de ganzen te sturen naar de opvanggebieden.

Ook zijn de opvanggebieden in een aantal regio's niet goed gekozen. De ganzen zijn daar niet of de opvangcapaciteit is juist te klein.

Rustgebieden

In het onlangs gesloten Ganzenakkoord is vastgelegd dat de huidige opvanggebieden komen te vervallen. Nieuwe rustgebieden worden aangewezen op basis van historie van landbouwschade en aantallen ganzen.

Faunafonds wil de resultaten van dit onderzoek gebruiken om nieuwe rustgebieden te selecteren.