‘Natuurbeheer dichtbij de boer is veel effectiever’

Overal in het land zijn Agrarische Natuurverenigingen (ANV’s) druk in de weer met het vormen van gebiedscollectieven. Daar komt veel bij kijken, ook omdat het nieuw is. Het is een zoektocht, die ook nog eens onder tijdsdruk staat omdat over ruim een jaar - op 1 januari 2016 - de nieuwe werkwijze bij het agrarisch natuurbeheer moet draaien. Er moet nog veel gebeuren, signaleert Rinus van ’t Westeinde, die in Zeeland bestuurlijk de kar trekt voor het collectief. ‘Maar het komt voor elkaar’, voegt hij er meteen met overtuiging aan toe.



Dat besluit om te kiezen voor één collectief liep soepeltjes. Verder overleg en discussie riep weer andere vraagstukken op. Wordt het collectief een stichting, een vereniging of een coöperatie? Wie wordt lid van het collectief: de ANV’s of de individuele boeren, of krijgen we een dubbel lidmaatschap? Hoe houden we enthousiaste ondernemers binnenboord, die nu al meedoen met akkerrandenbeheer? En hoe om te gaan met vergroening? Vragen te over.

Akkerrandenbeheer

De enthousiaste ondernemers, die al tijden bezig zijn met agrarisch natuurbeheer, zijn voor Rinus van ’t Westeinde het grootste zorgpunt. Het zijn de deelnemers van het eerste uur, die van het akkerrandenbeheer in Zeeland ( 500 ha in totaal) een succes hebben gemaakt. Sommigen dreigen uit de boot te vallen door de keuze die de provincie maakt voor zogeheten kerngebieden en het richten op vier soorten: de veldleeuwerik, de patrijs, graspieper en de gele kwikstaart. Komen die niet voor, dan ook geen subsidie voor een akkerrand, stelt de provincie. Rinus van ’t Westeinde snapt enerzijds die keuze van de provincie, omdat het agrarisch natuurbeheer effectiever moet en resultaat moet opleveren. Maar, stelt hij, dat mag niet ten koste gaan van de akkerbouwers, die tot nu toe met veel inzet akkerranden hebben aangelegd. ‘Ze zijn een stimulans voor anderen. Als zij ermee ophouden, is dat een verkeerd signaal.

Dan wordt het een zware dobber met het collectief. Andere akkerbouwers beginnen er niet meer aan’, waarschuwt hij. De voorzitter van het collectief wijst ook op een bijkomend voordeel dat de akkerranden met zich meebrengen. Ze zorgen voor een aanzienlijk lagere luizendruk, waardoor akkerbouwers niet of minder hoeven te spuiten. En, argumenteert hij, we zijn nog niet zo lang bezig, ‘wacht eerst eens wat langer resultaten af. Kijk niet alleen waar ze nu zitten, maar ook of ze later op een andere plek neerstrijken. Een vogel is ook mobiel. Onder het motto ‘het gaat allemaal te rigoureus’, pleit hij voor een overgangsperiode van vijf jaar. Hoewel de provincie bestaande beheercontracten kan stoppen, vindt hij dat dat sowieso niet mag gebeuren, want dan is bij beheerders elke animo weg.

Knelpunt vergroening

Nog zo’n knelpunt: de vergroening, waarbij akkerbouwers volgend jaar voor de vergroeningspremie 5 procent van hun grond moeten vrij maken als ecologische zone. Dat kan bijvoorbeeld als akkerrand, maar ook door de teelt van eiwitrijke gewassen. ‘Je hebt akkerbouwers die dat eigenlijk helemaal niet willen. Laat hen die vergroeningspremie voor een deel storten in een fonds, dan zorgt het collectief ervoor dat met dat geld bijvoorbeeld bloemdijken worden ingezaaid en beheerd’, oppert hij. Tegelijkertijd weet Rinus van ’t Westeinde dat dit idee sneuvelt in de Brusselse regeltjes. Dat stoort hem. ‘Waar gaat het om? We willen de natuur stimuleren. Dat doe je op deze manier. Dat mag niet vastlopen in bureaucratie.’
Ten aanzien van het gebiedscollectief pleit hij er hartgrondig voor om de ANV’s een sleutelrol te laten vervullen. ‘Niet het collectief, maar de ANV moet het aanspreekpunt in het gebied blijven voor de boeren, de gemeente, het waterschap, enz. Korte lijnen, anders krijg je veel teveel overhead.’ Het collectief moet zich in zijn ogen beperken tot de echt overkoepelende taken als het doen van de aanvraag, financiën, maar ook het gezamenlijk inhuren van ecologische expertise.

Coöperatie en fiscus

Over de rechtsvorm is Zeeland het inmiddels eens: het collectief zou een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid moeten worden. Maar wie er nu lid wordt is onduidelijk. Rinus van ’t Westeinde heeft het liefst de ANV’s als lid, maar dat is fiscaal niet handig (dubbele betaling van btw over de beheersubsidie). Denkbaar is dat ANV-leden ook een lidmaatschap bij het collectief moeten aangaan, waarbij ze voor het collectief niet hoeven te betalen: een dubbel lidmaatschap dus. ‘Allemaal poespas, waar geen boer op zit te wachten.’ Nog zo’n vraagstuk: wat doe je met boeren die geen lid zijn van een ANV, maar die wel met beheer willen meedoen? Daarvoor moeten er nog oplossingen komen. ‘Doe het praktisch. Als het niet linksom gaat, probeer dan rechtsom een oplossing te vinden. Je moet vanuit de boer redeneren en niet vanuit allerlei regels en veronderstellingen, dat boeren de zaak besodemieteren.’

Elkaar versterken

Hoe dan ook, die oplossingen komen er, weet de boerenbestuurder, want de ANV’s laten de gebiedscollectieven niet schieten. Daarvoor zijn de voordelen te groot, vindt Rinus van ’t Westeinde. Dichter bij de boer, effectiever en minder bureaucratisch. ‘En we krijgen een betere ecologische expertise. Vergeet daarbij niet de samenwerking die er komt met andere gebiedspartijen als de provincie, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Landschapsbeheer, de Waterschappen. Je kunt elkaar versterken. De een kan wat voor de ander doen en omgekeerd. We kunnen elkaar versterken ten gunste van het gebied en van natuur en landschap.’

Tekst: Hans Sieme

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    17° / 5°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
Meer weer