'Perspectief akkerbouw beter dan 25 jaar geleden'

Jaap Haanstra (57), voorzitter van de vakgroep Akkerbouw van LTO Nederland, kondigde deze week zijn afscheid aan als bestuurder. Hij legt uit waarom. Ook geeft hij zijn visie op de ontwikkeling van de akkerbouwsector.

Al als jonge boer met een eigen akkerbouwbedrijf in de Noordoostpolder was Jaap Haanstra vanaf het eind van de jaren '80 bestuurlijk actief. Dat begon als bestuurslid van een LMIJ-afdeling. Later maakte hij de overstap naar de vakgroep Akkerbouw eerst bij de FLTO, daarna de NLTO en later bij LTO Noord. In totaal was hij negentien jaar vakgroepvoorzitter waarvan de laatste negen jaar de landelijke voorzitter.
Formeel loopt de voorzitterstermijn tot 1 januari 2017. Deze week echter kondigde Haanstra echter aan al per 1 februari 2016 op te stappen.

Waarom dit vervroegde afscheid?
'Het past niet zo goed bij mij om een jaar lang te moeten acteren als de vertrekkende voorzitter. Nu ga ik weg na het winterprogramma, waarbij we een toelichting geven op het invoeren van de equivalente maatregelen voor het aanwenden van mineralen in de akkerbouw.
'Verder willen we het nieuwe GLB met de vergroeningseisen goed evalueren. Na de akkerbouwavonden geef ik het stokje over. Overigens zal ik me de komende maanden zeker laten horen als dat nodig is. Ze zijn nog niet van me af.'

Hoe kijkt u terug op bijna dertig jaar belangenbehartiging?
'De noodzaak om je stem te laten horen als sector is alleen maar groter geworden. Nationaal is de positie van de landbouw aanzienlijk verzwakt. Vroeger hadden we een groen front en was er in de politiek veel meer invloed. De vanzelfsprekendheid om rekening te houden met de landbouw is er niet meer.
'De belangenbehartiging moet uiteindelijk de voorwaarden scheppen voor een boer om te kunnen ondernemen. Dat was voor mij de beweegreden om als jonge boer bestuurlijk actief te worden.'

Zijn er frustraties over het tot stand komen van landbouwbeleid?
'Nee, die zijn er niet. Je moet accepteren dat iedereen zijn rol speelt, dat geldt voor mij als bestuurder, maar ook voor de ambtenaren en de mensen in de politiek.
'Wat ik wel heel jammer vind, is dat we geen eigen ministerie meer hebben. Er is nu toch wel zorg of voldoende landbouwkennis aanwezig blijft op Economische Zaken. Dat merk je bijvoorbeeld in de discussie over langer uitrijden van mest of verlengen van de inzaaiperiode voor groenbemesters. Dan mis ik soms het begrip voor de omstandigheden. De landbouw is economisch belangrijk voor Nederland en zo'n sector verdient de beste mensen op zijn dossiers.'

Hoe is de akkerbouw veranderd in uw bestuurlijke periode?
'De grootste verandering is de overgang van een beleid dat dertig jaar geleden nog productiegericht was en nu is dat marktgericht met meer aandacht voor de keten. De Brusselse steun is er nog wel, maar niet meer gerelateerd aan de opbrengst.
'Het besef dat de zekerheid van goede prijzen wegviel, kwam indertijd hard aan. Voor het behoud van prijsondersteuning hebben we daarom actie gevoerd in 1990 in Brussel.'

Hoe staat de akkerbouw er nu voor?
'Vijfentwintig jaar geleden bestond het idee dat de akkerbouw in Nederland geen toekomst had. Al ben ik zelf nooit zo pessimistisch geweest. Nu is het perspectief voor de plantaardige sectoren veel beter.
'De overgang naar een beleid zonder marktordening hebben we als sector goed doorstaan. Al zijn er natuurlijk altijd bedrijven, zoals in de Veenkoloniën, waar het gemis van directe steun voor zetmeelaardappelen moeilijk op te vangen is.'

Wachten er na LTO eventueel nieuwe bestuurlijke functies?
'Nee, en dat is ook niet de opzet van dit afscheid. Als bestuurder ben ik altijd alleen betrokken geweest bij LTO. Ik heb nooit zin gehad in een pettendiscussie. Er speelt dus niks. Als ik bestuurlijk iets nieuws ga doen, dan moet het iets zijn dat ik leuk vind. Dit is overigens geen open sollicitatie. Verder ga ik lekker boer zijn, samen met m'n zoons, dat is toch wat ik het liefste doe.'

Hoe gaat het nu verder met de vakgroep akkerbouw?
'Dat gaat heel goed. De vakgroep bestaat uit uitstekende mensen die gevoel hebben bij de praktijk. Als akkerbouwbestuurder moet je weten hoe het voelt als aardappelen verzuipen of als de prijzen dramatisch slecht zijn.
'Verder wil ik een oproep doen aan jonge akkerbouwers om meer bestuurlijk actief te zijn. Het kost wel tijd, maar je doet het voor je sector en het verrijkt je ook. Als ik weer een jonge boer van 24 was, dan zou ik zeker weer bestuurder worden.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 8°
    20 %
Meer weer