Levensproductie zeug vooral sturen op gewicht

De voorwaarde om een zeug met een hoge levensproductie te krijgen, is een goed ontwikkelde gelt. 'Het gewicht bij de eerste inseminatie is veel belangrijker dan de leeftijd', zegt Koenders, dierenarts bij Topigs Norsvin. TN70-gelten moeten dan minimaal 160 kilo wegen.

'De eerste toom van zulke gelten is gemiddeld bijna drie biggen groter dan van dieren die bij de eerste dekking onder dat streefgewicht zaten. Gelten met een ondermaatse start, bereiken nooit de absolute top en gaan geen zeven worpen mee.'

Cruciale weken

Na het insemineren moet de groei van gelt en vruchtbaarheidsorganen ongestoord doorgaan. Cruciaal noemt Koenders de eerste vijf weken van de dracht. 'Dan moet de groei van embryo's en placenta's worden gestimuleerd: dat levert meer en zwaardere biggen.'

De zeugenhouder moet er zeker van zijn dat de gelten voldoende voer en 8 tot 9 liter water per dag opnemen. In de dracht zijn er volgens Koenders echter veel verstoringen die pas in de kraamstal zichtbaar worden. 'Strijd bij het voerstation en restvoerjagers kunnen de opname ongezien onder druk zetten', zegt ze.

'Dieren die 10 tot 20 kilo te licht in de kraamstal komen, kunnen die achterstand moeilijk inhalen. Bij de volgende cyclus zal 60 tot 80 kilo voer extra erin moeten, maar dan nog blijf je achter de feiten aanlopen. Te lichte gelten werpen tomen met een grotere spreiding in biggewicht en vitaliteit.'

Niet meer dan 15 procent gewichtsverlies

Tijdens de kraamperiode mag het gewichtsverlies niet meer dan 15 procent zijn. 'Anders heeft dat een negatieve invloed op het aantal en de kwaliteit van de biggen in de volgende worp.'

Zeugen die zich ontwikkelen volgens de gewichtscurve per pariteit, behalen volgens Koenders een hoge levensproductie. 'Ze werpen vitale biggen en laten hun toom drie kilo per dag groeien. Wel dient het wegen te worden ingebakken in de moderne bedrijfsvoering.'

Organen ontwikkelen
De ontwikkeling van organen is sterk gerelateerd aan het gewicht bij de geboorte, de vitaliteit en overlevingskans. Bij zware biggen zijn de longen, darmen, nieren, alvleesklier en lever beter ontwikkeld en zwaarder dan bij lichte biggen. Uniforme tomen met een gemiddeld geboortegewicht van 1.500 gram per big is het streven.