BVOR: bokashi produceren is arbeidsintensief en duur

De proef is begin dit jaar opgezet met zeven bokashikuilen onder begeleiding van hulpstoffenleverancier Agriton. Ter vergelijking zijn zeven blanco kuilen gerealiseerd waaraan geen hulpstoffen zijn toegevoegd. Voor en na het inkuilen zijn chemische en biologische analyses uitgevoerd op het materiaal. De proeven zijn na acht tot twaalf weken geopend. Kennis- en onderzoeksbureau Nutriënten Management Instituut (NMI) heeft de resultaten van de pilots geanalyseerd en samengevat.

Het opzetten van het onderzoek was bewerkelijk vanwege de eisen aan het ingangsmateriaal en aan de manier van inkuilen. De kosten van de hulpstoffen varieerden bij de pilots tussen 10 en 15 euro per ton input. Dat is exclusief arbeids-, machine- en analysekosten. De hulpstoffen bestonden uit een mengsel van effectieve micro-organismen, zeeschelpen en kleimineralen.

Geen grote verschillen

De analyses van organische stof en nutriënten na inkuilen toonden geen grote verschillen tussen de bokashi en het materiaal uit de kuil zonder hulpstoffen. Door de grove, vochtige structuur van de bodemverbeteraar was het niet mogelijk om verontreinigingen zoals zwerfvuil effectief te verwijderen. Het onderzoek laat zien dat de kosten voor het op de juiste wijze maken van bokashi vergelijkbaar of hoger zijn dan het maken van gecertificeerde compost.

Meer onderzoek is nodig om vast te stellen wat de toegevoegde waarde van de bodemverbeteraar is ten opzichte van het materiaal dat zonder hulpstoffen is ingekuild en wat de risico's en voordelen van het gebruik van bokashi voor de bodem zijn.