Gevolgen van scherpere eisen Beter Leven-keurmerk onduidelijk

Het is lastig in te schatten wat de impact is van scherpere Beter Leven-eisen per 2025 op het volume varkens. Mogelijk haken ondernemers af. Maar als de markt het vlees goed betaalt, ontstaat er ook ruimte voor bedrijven om in te stappen.

Gevolgen+van+scherpere+eisen+Beter+Leven%2Dkeurmerk+onduidelijk
© Twan Wiermans

Dat per 2025 de overgangstermijn voor een aantal voorwaarden voor het houden van varkens met 1 ster van het Beter Leven-keurmerk afloopt, is al lang bekend. Voor veel varkenshouders die produceren onder het Beter Leven-keurmerk betekent dit dat ze moeten investeren om per 2025 nog aan de keurmerkeisen te voldoen. De omvang van de noodzakelijke investeringen verschilt per bedrijfssituatie.

'De Dierenbescherming gaat ervan uit dat varkenshouders jaren de tijd hebben gehad om het voor de aanpassingen benodigde geld opzij te leggen. Maar zo eenvoudig werkt het voor de meeste ondernemers uiteraard niet', zegt voorzitter Linda Verriet van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV).


Afweging maken

'Als varkenshouders aanpassingen moeten doen om te blijven voldoen aan de voorwaarden van het Beter Leven-keurmerk, dan zullen ze de afweging maken of de benodigde investeringen opwegen tegen de verwachte extra opbrengsten', licht Verriet toe.

Het verschilt per bedrijf hoe ingrijpend de noodzakelijke aanpassingen zijn

Roy Donker, FarmConsult

Volgens de POV-voorzitter is dit een lastige afweging. Vooral omdat de extra opbrengst van het Beter Leven-keurmerk moeilijk is in te schatten. 'Op dit moment houdt die meeropbrengst voor veel varkenshouders niet over. De opbrengstprijs is vaak gebaseerd op de gangbare opbrengstprijs vermeerderd met een plusje voor extra kosten die deelname aan het keurmerk met zich meebrengt. Dat is een situatie waar we vanaf willen.'

Verriet vervolgt: 'Vlees met het Beter Leven-keurmerk is voor de Nederlandse consument. De prijs van dat op basis van specifieke voorwaarden geproduceerde vlees moet volgens de POV niet zijn gekoppeld aan de wereldmarktprijzen voor varkens.'


Aparte prijssystematiek

De POV onderzoekt wat de mogelijkheden zijn om een aparte prijssystematiek voor varkens onder het Beter Leven-keurmerk in het leven te roepen. 'Maar het is niet zo simpel', stelt de voorzitter.

Als het aan Verriet ligt, krijgen varkenshouders meer invloed op de opbrengstprijs van hun varkens. 'Dat kan als varkenshouders de POV opdracht geven om de afzet van hun varkens te laten verzorgen. De POV is niet alleen een belangenbehartiger, maar ook een producentenorganisatie mede opgericht op gezamenlijke afzet van product.' Volgens haar biedt krachtenbundeling bij de afzet van varkens enorme kansen.


Prijs drukken

Nu kloppen retailers bij slachterijen aan voor een bepaald volume vlees tegen een zo laag mogelijke prijs. Slachterijen doen zaken met individuele varkenshouders en hebben belang bij het zoveel mogelijk drukken van de prijs. Dit kan volgens Verriet worden doorbroken door afspraken te maken in de varkensvleesketen. 'Dat mag de POV als erkende producentenorganisatie gewoon en is mededingingsproof.'

De POV-voorzitter vindt het lastig in de schatten hoe de deelname van varkenshouders aan het Beter Leven-keurmerk zich het komende jaar ontwikkelt in aanloop naar de scherpere voorwaarden per 2025. Behalve de de opbrengstprijzen spelen ook andere factoren een rol. Er is een groep varkenshouders die de komende jaren het bedrijf zal beëindigen. Hoeveel dat er precies zijn, weet de POV niet.


Vergunningverlening

Ook zullen er Beter Leven-deelnemers zijn die niet willen of kunnen investeren om aan de nieuwe voorwaarden te voldoen of omdat vergunningverlening moeilijk is en verdergaan als varkenshouder zonder het keurmerk van de Dierenbescherming.

'Anderzijds is er misschien een groep varkenshouders die nu nog niet produceert onder het Beter Leven-keurmerk, maar wel kansen ziet ontstaan om in te stappen', zegt Verriet.


Nog geen idee

Ook de Dierenbescherming, de initiatiefnemer van het Beter Leven-keurmerk, heeft nog geen idee hoe varkenshouders inspelen op de situatie per 2025.

'De regisseurs van de verschillende ketens van varkenshouders die aan het Beter Leven-keurmerk deelnemen, hebben enig beeld van wat er wordt gevraagd. Ook dat is maar gedeeltelijk', zegt Bert van den Berg, programmamanager veehouderij bij de Dierenbescherming.


'Bijvoorbeeld hoeveel varkenshouders met een beëindigingsregeling gaan meedoen, is moeilijk te zeggen. Want een varkenshouder kan zich oriënteren, inschrijven en op het laatste moment toch weer terugtrekken. Hoeveel varkenshouders die nu niet deelnemen, willen instappen en waarvoor ook ruimte is om in te stappen, ook dat ligt bij de ketenregisseurs', licht Van den Berg toe.


Stalaanpassingen

Een duidelijke trend voor wat betreft de toekomstige deelname aan het Beter Leven-keurmerk is nog niet te ontwaren. In het veld merken adviseurs wel dat varkenshouders ermee bezig zijn. Sommige varkenshouders hebben de afgelopen jaren al stalaanpassingen gedaan. Anderen zijn bezig met plannen of studeren nog op de mogelijkheden.

'Het verschilt per bedrijf hoe ingrijpend de noodzakelijke aanpassingen zijn', zegt Roy Donker van FarmConsult. 'Niet alle stallen zijn even makkelijk aan te passen. Denk aan meer daglicht binnenlaten. Bij sommige stallen is dat lastig te realiseren.'

Voor de meeste Beter Leven-aanpassingen is een vergunning niet nodig. 'Maar we hebben ook klanten die het groter aanpakken en plannen maken voor nieuwbouw of aanbouw. Dan komt er meer bij kijken', benadrukt Donker.


Zeugen moeten in 2025 worden gehouden in groepen van minimaal twintig dieren.
Zeugen moeten in 2025 worden gehouden in groepen van minimaal twintig dieren. © Nieuwe Oogst


Meer licht en grotere groepen om ster te houden

Voor een aantal normen van het Beter Leven-keurmerk met 1 ster gelden overgangstermijnen. Die lopen af per 1 januari 2025. Vooral voor varkenshouders met stallen van voor 2011 kan dit gevolgen hebben. Als hun stallen nog niet volledig aan voorwaarden van het Beter Leven-keurmerk voldoen, dan is aanpassing van de stallen nodig om onder het keurmerk te kunnen blijven produceren. Bij de aanpassingen draait het vooral om groepsgrootte, het aandeel dichte vloer en daglicht in de stal. Voor licht geldt dat het daglicht doorlatend oppervlak per 2025 minimaal 2 procent van het vloeroppervlak moet zijn. Veel stallen, ook als ze ramen hebben, voldoen hier niet aan. Bij gespeende biggen moet de vloer vanaf 2025 voor minimaal 40 procent dicht zijn. In veel vermeerderingsstallen is dit nog niet zo. Zowel bij zeugen als bij vleesvarkens geldt dat het vanaf 2025 niet meer is toegestaan om ze te houden in groepen van minder dan twintig dieren. Op de meeste zeugenbedrijven leven zeugen al in grotere groepen. Maar op bedrijven die nu nog werken met groepen van acht tot tien zeugen, is er werk aan de winkel. Bij de zeugen geldt bovendien dat het gebruik van voerligboxen per 2025 geheel verleden tijd is. In sommige situaties kunnen kostbare aanpassingen aan het voersysteem noodzakelijk zijn. In diverse stallen waar de vleesvarkens nu nog zijn gehuisvest in hokken met acht tot tien dieren, is grote groepen realiseren relatief eenvoudig voor elkaar te krijgen door openingen te maken in de hokafscheidingen. Soms zijn grotere aanpassingen wenselijk om een meer ideale huisvesting te creëren.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
  • Woensdag
    23° / 12°
    50 %
Meer weer