Taskforce pleit voor adequate aanpak phytophthora

De Taskforce Phytophthora is afgelopen zomer ingesteld door de stuurgroep van het Actieplan Plantgezondheid van BO Akkerbouw. Aanleiding was de grote ziektedruk en de beperkte mogelijkheden om de uit de hand lopende besmetting te beheersen. Op uitnodiging van de taskforce is woensdag een groep experts bij elkaar geroepen in het Utrechtse Bunnik om de problemen te bespreken. Daarbij waren van alle ketenpartijen vertegenwoordigers vanuit zetmeelaardappelen, consumptieaardappelen en pootgoed aanwezig.

Een succesvolle aanpak van phytophthora begint met hygiëne en naleving van teeltvoorschriften, vinden de experts. Die voorschriften zijn erop gericht nieuwe haarden te voorkomen of vroegtijdig uit te schakelen en omvatten afdekken van afvalhopen en bestrijden van aardappelopslag en besmettingshaarden. Bij het gebruik van resistente rassen moet de genetische resistentie worden beschermd tegen nieuwe virulente stammen van phytophthora. Als dat niet gebeurt, gaat jarenlang veredelingswerk verloren.

Aansluitend is volgens de experts een gedegen preventief en curatief spuitregime nodig, gebaseerd op een beslissingsondersteunend systeem. Bij het spuitregime moeten groepen actieve stoffen steeds worden afgewisseld. Dit betekent meer alterneren van middelen en minder blokbespuitingen toepassen. Ook dat is resistentiemanagement, want dat voorkomt dat varianten van phytophthora resistentie tegen middelen opbouwen.

Teeltseizoen 2024

De komende weken zal de Taskforce Phytophthora de brede aanpak voor teeltseizoen 2024 verder uitwerken. Doel is een adequate beheersing. De inzet is dat de aanpak voor de lange termijn ertoe bijdraagt dat van het toch al krappe middelenpakket de werkzaamheid niet verloren gaat. Daarbij zorgt een goede aanpak ervoor dat resistente rassen behouden blijven als belangrijke bouwsteen voor de geïntegreerde aardappelteelt.

Uit het teeltseizoen 2023 is volop lering te trekken, signaleren veel experts. Door de bijzondere weersomstandigheden kon phytophthora al vroeg toeslaan en zich vanaf de nazomer breed verspreiden. Vooral een agressieve variant ontwikkelde zich razendsnel. Soms is er te laat of met geen of onjuiste combinaties van middelen gespoten. Daarnaast bleken resistente aardappelrassen vaak te lang te zijn blootgesteld aan besmettingen. Met als gevolg dat resistenties van dat ras zijn doorbroken. Voor volgend jaar dreigen zo volop nieuwe infectiehaarden.