Hoe overleeft de melkveesector de eerste vijf jaar?

‘We praten over de toekomst van de melkveehouderij terwijl we nog midden tussen de onweersbuien zitten.’ Het is balanceren voor vakgroepvoorzitter Erwin Wunnekink van LTO Melkveehouderij. De vakgroep wil dolgraag spreken over een hoopvol perspectief voor de melkveehouderij in Nederland. Maar het hoofd van veel melkveehouders staat er helemaal niet naar op dit moment.

Hoe+overleeft+de+melkveesector+de+eerste+vijf+jaar%3F
© William Hoogteyling

Dat was te merken tijdens het Nationaal Melkveecongres vorige week, tijdens de opening van de Rundvee- en Mechanisatiebeurs (RMV) in Gorinchem. LTO Nederland organiseerde dit congres met als titel ‘Hoe blijft u als melkveehouder geld verdienen in de toekomst?’ samen met beursorganisatie Easyfairs en Nieuwe Oogst.

Dat er toekomst is voor de melkveehouderij, geloven veel bezoekers van het congres wel. ‘Maar hoe overleven we de eerste vijf jaar?’, was een scherpe vraag uit de zaal, die op veel instemming kon rekenen.

Wunnekink is het met die opmerking volledig eens. ‘We moeten eerst het afschaffen van de derogatie maar eens overleven. We moeten inderdaad over een berg heen kijken. Dat is ook de reden dat ik tegen het op dit moment invoeren van grondgebondenheid ben. De afschaffing van de derogatie gaat al rampzalige gevolgen hebben voor individuele bedrijven.’

We moeten eerst het afschaffen van de derogatie maar eens overleven

Erwin Wunnekink, voorzitter LTO-vakgroep Melkveehouderij.

Verlies van derogatie is volgens de vakgroepvoorzitter ‘de gamechanger’ voor de melkveehouderij. ‘Die komt niet meer terug en daartoe moeten we ons verhouden.’

Het gevolg van de afschaffing van derogatie is minder mestplaatsingsruimte. Door een overschot aan mest stijgen de afvoerkosten van mest nu al naar soms prijzen van 25 tot 30 euro per ton.

Terwijl de melkprijzen dalen, zijn de kosten juist flink gestegen. De gestegen rente is voor veel melkveehouders ook een extra kostenpost. 47 procent van de melkveehouders lukt het op dit moment niet om de kosten eruit te krijgen. Alfa Accountants en Adviseurs liet eerder weten dat de kritieke melkprijs op 53 cent per kilo komt te liggen.


Toch een toekomstvisie

Tegelijkertijd is al die tegenwind voor de vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland geen reden om maar stil te blijven zitten. ‘Als we blijven hangen in negativiteit, duurt het langer voor we tot oplossingen komen’, vindt Wunnekink. De vakgroep presenteerde dit najaar een toekomstvisie met de titel ‘Naar een nieuwe waardering van de melkveehouderij’.


Hoe overleven we de eerste vijf jaar vroeg het publiek bij het Melkveecongres zich af.
Hoe overleven we de eerste vijf jaar vroeg het publiek bij het Melkveecongres zich af. © William Hoogteyling

Voor het verdienmodel van de toekomst moet niet alleen naar de melk gekeken worden vindt de vakgroep. ‘De melkveehouderij is meer dan melk alleen’, onderschrijft ook de voorzitter.

‘De melkveehouderij heeft 20 procent landschap in gebruik. We leveren allerlei maatschappelijke diensten. We hebben een groot maatschappelijk kapitaal dat we nu nog niet kunnen verwaarden. Dat wat waarde heeft, moet beloond worden vanuit de keten en vanuit de eigen omgeving.’


Waarde voor het platteland

Wunnekink wijst op het sociale en economische belang van de sector voor het platteland. ‘Agrarische activiteit heeft waarde voor een dorp. Als de boer weg gaat dan gaat op een gegeven moment ook de supermarkt, het dorpshuis sluit en de sportvereniging kan ermee stoppen. Agrarische activiteit zorgt voor werkgelegenheid en leefbaarheid op het platteland.’

De LTO Melkveehouderij-voorzitter is mordicus tegen een generieke krimp van de melkveestapel. ‘Maar jaarlijks stopt 3 procent van de bedrijven. Ik denk wel dat minder koeien juist ook kan bijdragen aan het toekomstige verdienmodel van de melkveehouderij.’

De krimp van het aantal bedrijven heeft ook bredere consequenties illustreert Wunnekink. ‘3 procent krimp per jaar geeft dat we over tien jaar met 30 procent minder boeren 20 procent van het landschap in beheer hebben. Wat betekent dat? Welke kansen geeft dat?’


Oplossing uit de markt?

Een deel van de oplossing komt mogelijk uit de markt, stelt landbouweconoom Roel Jongeneel van Wageningen Economic Research. Ook hij was een van de sprekers tijdens het Nationaal Melkveecongres. Niet alleen in Nederland, maar ook in landen als Frankrijk en Duitsland lijkt de melkproductie te stagneren.

Nu nog wordt van de melk die in Europa wordt geproduceerd, 8 procent geëxporteerd. ‘Als de krimp van de productie doorzet, zullen we in de toekomst nauwelijks nog exporteren’, verwacht Jongeneel. ‘Dat zorgt mogelijk voor een hogere melkprijs en kan helpen bij een beter verdienmodel.’


Een goed, stevig verdienmodel moet volgens de econoom uit de markt komen en niet – alleen – uit subsidies. ‘Je ziet het aan de verbreding die we hebben gehad in de landbouw, multifunctionele landbouw en zorgtak. De economische bijdrage daarvan is heel beperkt’, stelt Jongeneel. ‘De melkprijs blijft de belangrijkste basis. Het werkt qua schaal veel beter. Dat is wat je als sector nodig hebt. De melk is voor 80 tot 90 procent verantwoordelijk voor het verdienmodel van melkveehouders.’

De landbouweconoom kan zich voor de toekomst zelfs voorstellen dat Europa netto-importeur wordt, in plaats van exporteur. De melkproductie daalt vermoedelijk verder, de zuivelconsumptie stijgt licht in Europa.


Tekst gaat verder onder kader.

Geld blijven verdienen

Het allereerste Nationaal Melkveecongres vond op dinsdag 28 november plaats, als opening van de Rundvee & Mechanisatie Vakdagen (RMV) in Gorinchem. De centrale vraag was: hoe blijft de melkveehouder van de toekomst geld verdienen? Het symposium werd georganiseerd door de vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland, beursorganisatie Easyfairs en Nieuwe Oogst. Op dit moment nemen de kosten in de melkveehouderij alleen maar toe bij een meer volatiele melkmarkt. Daar komen de duurzaamheidsopgaven nog bij. LTO-vakgroep Melkveehouderij ontwikkelde bij die uitgangspunten een visie op hoe de sector de uitdagingen en veranderingen het hoofd kan bieden. Met de hele keten en de overheid wil de vakgroep werken aan oplossingsrichtingen om een goed verdienmodel in de benen te houden.

De belangrijkste belemmering voor groei is de Europese milieu- en klimaatregelgeving. ‘In Nederland zien we al een gevecht om de melk tussen de verschillende zuivelverwerkers. Dat gaat zich waarschijnlijk uitbreiden naar de rest van de Europese Unie. Dat is voor de prijsvorming helemaal niet zo gek.’

De milieubeperkingen gelden niet alleen voor Nederland, vervolgt Jongeneel. ‘Andere ‘milieuhotspots’ zijn België, een stuk Denemarken en Duitsland, de Povlakte in Italië en Bretagne. Ook zij krijgen te maken met beperkingen. Dat gaat alles bij elkaar om veel melk. Wat in Nederland gebeurt, is het voorland voor Europa.’


Vijftien jaar vooruit

Alex Datema, directeur Food & Agri bij Rabobank Nederland, adviseert melkveehouders om goed na te denken over hoe hun bedrijf er in de toekomst uit zal zien. ‘Je zult je aan de omstandigheden moeten aanpassen als je over vijftien jaar nog boer wilt zijn.

'Het is niet de eerste keer dat we in een onzekere periode zitten als landbouw', vervolgt Datema. 'Ik weet dat nog goed van de herfst in 1983, vlak voordat het melkquotum werd ingevoerd. Toen moest er wat gebeuren aan de boterberg, de melkplas. We hadden geen idee wat het ging betekenen. Toch kocht mijn vader wel een boerderij in onze buurt op die te koop kwam te staan.’


Er moet naar andere manieren van financieren gekeken worden, vindt Datema. ‘Je kunt niet extensiveren met grond die 50.000, 60.000 of 70.000 euro per hectare kost. Grond moet op een voordeligere manier bij boeren terecht kunnen komen. Daar hebben wij als Rabobank geen middelen voor. Maar we moeten er met elkaar voor zorgen dat er meer geld op het boerenerf komt.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer