Biodiversiteit is meer dan 'linkse hobby' voor fruittelers

Maatregelen om meer natuurlijke roofvijanden naar de boomgaarden te lokken, zijn voor fruittelers broodnodig om ook in de toekomst plaaginsecten de baas te kunnen.

Biodiversiteit+is+meer+dan+%27linkse+hobby%27+voor+fruittelers
© Haijo Dodde

Werken aan meer biodiversiteit is geen linkse hobby voor fruittelers, maar vooral een belangrijk onderdeel van de bestrijdingsstrategie voor ziekten en plagen. Dit is een conclusie van het webinar 'Evenwicht in de boomgaard, praktische toepassing van biodiversiteit' dat de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) deze week hield.

Gespreksleider en NFO-voorzitter Ron Mulders sprak daarin met een aantal specialisten over het thema biodiversiteit in de fruitteelt. Hij schetste daarbij de problematiek dat het middelenpakket van fruittelers steeds kleiner wordt en vraag zich af of hij het stimuleren van biodiversiteit moet zien als een soort plan B.

Teeltadviseur Ferdy Tolhoek van de Centrale Adviesdienst Fruitteelt erkent dat dit misschien het geval is. Hij wijst erop dat kant-en-klare oplossingen voor ziekten en plagen in boomgaarden steeds minder voorhanden zijn. 'Wij gaan meer naar systemen waarbij we afhankelijk zijn van nuttige organismen en dan vooral nuttige insecten. Het gaat om het zoeken naar een balans waarbij we liever geen brandmiddelen toepassen die dit juist weer verstoren.'


Nuttige insecten aantrekken

Vanuit de kringloopgedachte is fruitteler Lena Zevenbergen in het Zuid-Hollandse Klaaswaal al veel langer bezig met het verbeteren van de biodiversiteit in haar boomgaard. 'Wij doen er alles aan om nuttige insecten te sparen en aan te trekken. Daarvoor zaaien we bloemenstroken en maaien we bijvoorbeeld onze grasstroken minder vaak. Daardoor is er meer productie van stuifmeel als voedsel voor de insecten.'

Onderzoeker Karin Winkler van Wageningen University & Research vindt dat biodiversiteit juist bij uitstek past bij de fruitteelt vanwege de meerjarige aanplanten. Zij stelt dat bekend is dat in boomgaarden zo'n tweehonderd plaaginsecten voorkomen, maar dat slechts een handjevol daarvan soms substantiële schade kan veroorzaken. De afgelopen jaren zijn appelbloesemkevers en perenknopkevers daarvan de bekende voorbeelden.

'Het is zoeken naar een stabiel systeem', zegt Winkler. 'De uitdaging is om het aanbod aan nuttige insecten af te stemmen op de plaaginsecten die in de boomgaard aanwezig zijn. We leren steeds meer daarover. Zo weten we bijvoorbeeld dat zweefvliegen vooral in de zomer aanwezig zijn. Willen we ook vroeg in het seizoen al bloedluis of perenbladvlo bestrijden, dan moeten we op dat moment de aanwezigheid van oorwormen stimuleren.'


Elk jaar bijleren

Zevenbergen beaamt dat ze elk jaar weer iets bijleert over biodiversiteit. Ze verklaart ook dat het in het kader van de geïntegreerde gewasbescherming (IPM) belangrijk is om goed te monitoren. 'Als we in een vroeg stadium een plaag waarnemen, dan kunnen we door alleen de eerste aantastingshaarden te bestrijden de populaties van de plaaginsecten en nuttige insecten beter in evenwicht houden.'

Meer weerstand van de aanplant en een goede ontwikkeling van de fruitbomen vinden volgens directeur Pier Oosterkamp van Ecostyle hun basis in een gezonde bodem. Ecostyle is een groothandelsbedrijf in ecologische producten. Oosterkamp is ervan overtuigd dat fruittelers, zeker als ze meer middelen kwijtraken, nog meer aandacht moeten besteden aan de kwaliteit van hun bodem.

Als het gaat om biodiversiteit, dan pleit Oosterkamp ervoor om boomgaarden van onderaf op te bouwen. Het begint dan wat hem betreft met de bodemstructuur verbeteren en bijvoorbeeld het organischestofgehalte stimuleren, maar ook met het nadenken over de neveneffecten van meststoffen op micro-organismen in de bodem. Verder ziet hij de meerwaarde van meer diversiteit in de aanplant. 'Waar mogelijk moeten we monoculturen vermijden en streven naar meer pluriforme teeltsystemen.'


Schuilplaatsen bieden

Mulders en Tolhoek wijzen op het verdienvermogen van de fruitteler die juist gebaat is bij grote percelen die met één appel- of één perenras zijn ingeplant. 'Aflopen jaren zijn we in projecten wel bezig geweest met het inrichten van percelen op een andere manier', zegt Tolhoek. 'We werken daarin onder meer met de aanplant van extra hagen om meer schuilplaatsen te bieden. Verder experimenteren we met mogelijkheden om insecten op het juiste moment vanuit de hagen en bloemenstroken in het gewas te krijgen.'

De conclusie van Mulders en de overige sprekers is dat voor de inzet op meer biodiversiteit in boomgaarden een mentale shift nodig is. Volgens de NFO-voorzitter gaat het om een andere manier van denken over gewasbescherming waarbij niet voor elk probleem een specifiek middel beschikbaar is. Winkler stelt dat plagen uiteindelijk niet te vermijden zijn. 'Maar we moeten zorgen dat we op basis van IPM en meer weerbaarheid zoveel mogelijk beneden de schadedrempels blijven.'

Het webinar over biodiversiteit in boomgaarden is terug te kijken via deze link.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    25° / 13°
    70 %
  • Vrijdag
    14° / 11°
    80 %
  • Zaterdag
    18° / 8°
    20 %
Meer weer