Rabobank: verduurzaming eis bij financiering bedrijf

Rabobank gaat duurzaamheidsprestaties veel zwaarder laten meewegen bij de financiering van agrarische bedrijven. Bij de aanvraag van een lening tellen die straks net zo zwaar als de bedrijfseconomische score.

Rabobank%3A+verduurzaming+eis+bij+financiering+bedrijf
© Twan Wiermans

De koerswijziging maakt onderdeel uit van de vrijdag 15 december gepubliceerde agrofoodvisie van de bank: 'Samen op weg naar een duurzame en vitale agrofoodsector in Nederland in 2040'. In een interview met Nieuwe Oogst licht Alex Datema, directeur Food & Agri Nederland van Rabobank, de visie toe. In het stuk schetst de bank hoe de agrarische sector er in 2040 idealiter uitziet en hoe daar te komen.

Onderdeel is een nieuwe vorm van financiering vanuit het fonds van 3 miljard euro dat de bank voor duurzame leningen heeft opengesteld. 'Als een goedlopend bedrijf dat nog ver achterloopt met de verduurzaming bij ons aanklopt voor de financiering van bijvoorbeeld een uitbreiding, dan dringen we er bij die ondernemer op aan ook iets aan verduurzaming te doen', zegt Datema, die ervan overtuigd is dat verduurzaming nodig is om over 15 jaar nog een gezond bedrijf te hebben.

Met een kleine vergoeding kunnen boeren al veel groener produceren

Alex Datema, Rabobank-directeur Food & Agri Nederland

Hele agrofoodketen

'We gaan deze gesprekken aan met al onze klanten in de agrofoodketen, dus ook met de toeleveranciers en afnemers.' De voordelen bij leningen voor verduurzaming kunnen bestaan uit rentekortingen, aflossingsvrije perioden, ruimere financieringen en financieringsperioden.

Naast bredere financieringsmogelijkheden vindt Rabobank dat er meer geld in de keten moet worden gebracht. Daarbij kiest de bank voor de 'true value'-benadering. Daarmee moeten ook de groene en blauwe diensten waarmee boeren een belangrijke bijdrage leveren aan de brede welvaart in Nederland tot waarde komen.

Die true value kan niet altijd worden verdiend uit bijvoorbeeld de melkprijs, zegt Datema. De overheid zal dit moeten compenseren met vergoedingen. Dat recentelijk bekend werd dat het budget voor de ecoregelingen tekortschiet, noemt de Rabobank-directeur dan ook een blunder. 'Wat een gemiste kans is dat. Boeren hebben laten zien dat ze met een kleine vergoeding al veel groener kunnen produceren. En op het moment van betalen, geeft de overheid niet thuis.'


Wegbereider

Rabobank wil ook wegbereider zijn van een andere manier van margeverdeling in de keten. De focus van individuele winstmaximalisatie moet verschuiven naar een eerlijke margeverdeling voor allemaal. 'Een supermarkt heeft er niks aan als er straks geen tuinders meer zijn. Dat er tijdens de energiecrisis kassen leeg stonden en er aanbod wegviel, heeft marktpartijen aan het denken gezet. Klimaatverandering is dan ook geen probleem voor de landbouw, maar voor de hele keten', aldus Datema.

Het sturen op duurzaamheid door de overheid en ook Rabobank leidt richting 2040 tot een afname van de productie in de Nederlandse landbouw. 'Die wordt extensiever, ook in de akkerbouw, en met minder dieren. Verduurzaming leidt uiteindelijk tot krimp.' Of het tot een koude sanering gaat komen in de melkveehouderij is volgens Datema afhankelijk van de melkprijs. 'Daarin moet wel ruimte zijn om de kosten van mestafzet te dekken. Zo niet, dan krijgen veel bedrijven het zwaar.'



Alex Datema, Rabobank-directeur Food en Agri Nederland in het hoofdkantoor van de bank in Utrecht.
Alex Datema, Rabobank-directeur Food en Agri Nederland in het hoofdkantoor van de bank in Utrecht. © Rianne den Balvert



 

Interview: 'Met huidige landbouwproductie halen we doelen niet'


Rabobank, de belangrijkste financier van de sector, heeft een visie opgesteld over hoe de land- en tuinbouw weer binnen de milieugebruiksruimte kan komen. Dat vertaalt zich naar flexibeler financieringsvormen voor verduurzaming. Volgens directeur Food & Agri Alex Datema wordt het ook tijd dat de onderliggende waarden van producten beloond gaan worden.


 

Met welk doel heeft Rabobank deze visie opgesteld?

'In deze visie schetsen wij een beeld van hoe volgens ons de landbouw er idealiter uitziet in 2040. Het is een wensbeeld, waarbij we ook aangeven wat er moet gebeuren om daar te komen.

'Het uitgangspunt is dat de landbouw moet plaatsvinden binnen de milieugebruiksruimte. Die ruimte is in de afgelopen vijftig jaar steeds kleiner geworden. Boeren en tuinders hebben heel erg hun best gedaan om daarin mee te bewegen, er is ook al veel bereikt, maar we zitten nog steeds niet binnen de milieugebruiksruimte.'


Wat betekent dat voor de omvang van de landbouw?

'Als het doel is om richting 2040 weer binnen de milieugebruiksruimte te komen, dan gaat dat met de huidige omvang van de productie niet lukken. Ook niet met de innovaties die op ons afkomen.

'Ik zeg met nadruk de omvang van de productie, omdat het niet alleen gaat om koeien en varkens en kippen. Ook in de akkerbouw moet een zekere mate van extensivering gaan plaatsvinden, waardoor het totale areaal van intensieve gewassen als aardappelen en bloembollen afneemt.

'Het is wel van belang om daarbij te zeggen dat krimp geen doel op zich is, maar een gevolg is van de keuzes die worden gemaakt. En als je die keuzes zelf niet maakt, dan is de kans groot dat ze worden opgelegd.'


Voor deze transitie is wel perspectief nodig. Waarin ligt dat volgens deze visie?

'In onze visie kiezen we er nadrukkelijk voor om boeren en tuinders niet alleen te zien als producenten van goed en betaalbaar voedsel, maar ook als leverancier van diensten als een gezonde biodiversiteit, waterberging, natuurbeheer en als verzorger van het landschap.

'Daarmee leveren boeren een belangrijke bijdrage aan de brede welvaart in Nederland en het terugdringen van de gevolgen van de klimaatverandering, maar dit wordt economisch niet gewaardeerd.'


Dan moet die beloning er wel komen?

'Ja. Wanneer je het hebt over de werkelijke waarde van het voedsel dat boeren produceren, inclusief de diensten, dan omschrijven wij dat als true value.

'Als je vanuit dat perspectief naar de landbouw kijkt, zie je dat de sector economisch gezien veel meer levert dan alleen voedsel. En die true value hebben wij als uitgangspunt genomen voor deze visie. Die meerwaarde moet ten goede komen aan de primaire sector.

'Rabobank is ontstaan vanuit de agrarische sector. Wij voelen ons daardoor medeverantwoordelijk voor de sector en willen onze rol bij het verwaarden van die true value oppakken.'


Hoe gaat Rabobank ervoor zorgen dat die true value wordt verzilverd?

'Neem de klimaatverandering. Dat is letterlijk een probleem voor al onze klanten en dus ook voor ons als bank. De financiële toezichthouder vraagt ook ons naar de klimaatrisico's die wij lopen.

'Wij gaan deze visie met al onze klanten bespreken. Dan gaat het niet alleen om de boer of tuinder, maar ook over de toeleveranciers en afnemers. We gaan ook aan hen vragen wat zij kunnen doen om klimaatverandering te beperken. Want dit is geen landbouwprobleem, maar een ketenprobleem.

'Als je naar een duurzaam voedselsysteem wilt, moet het hele systeem veranderen. In het economische verkeer zullen we anders met elkaar om moeten gaan.'


Wat betekent dat voor de verdeling van de opbrengsten in de keten?

'Als we op de oude manier blijven sturen, probeert iedereen op zijn eigen onderdeeltje van de keten winstmaximalisatie na te streven. Dat betekent zo goedkoop mogelijk inkopen en zo duur mogelijk verkopen. Daarbij is duurzaamheid niet echt een randvoorwaarde.

'Bij de bouw van een duurzaam voedselsysteem moet de hele keten de verantwoordelijkheid nemen. Zodat naast de verborgen kosten ook de verborgen baten worden meegenomen. Dat een teler voor een klimaatneutrale paprika, waarbij zo min mogelijk gewasbescherming is toegepast, een goede prijs krijgt.

'Een duurzaam geproduceerd product is dan iets duurder, maar idealiter wordt een niet-duurzaam product nog duurder, omdat de duurzame boer voor zijn maatschappelijke diensten wordt gecompenseerd. Op deze manier gaat het economische systeem verduurzaming in de hand werken, omdat het meer oplevert.'


Heeft de Agrofoodvisie 2040 invloed op de wijze waarop de bank bedrijven financiert?

'Bij de vraag of we een financiering aangaan zal de duurzaamheidsprestatie van een bedrijf even hard gaan meewegen als de bedrijfseconomische prestatie. Met andere woorden: als een goedlopend bedrijf dat nog ver achterloopt met de verduurzaming bij ons aanklopt voor de financiering van bijvoorbeeld een uitbreiding, dan zullen we er bij die ondernemer op aandringen ook iets aan verduurzaming te gaan doen.

'Wij zijn ervan overtuigd dat verduurzaming nodig is om over pakweg vijftien jaar nog een gezond bedrijf te hebben. Dat betekent letterlijk dat we duurzaamheid en financierbaarheid gelijkwaardig gaan beoordelen.'


Is dat een voorwaarde die gaat gelden voor leningen uit het transitiebudget van Rabobank?

'Dat klopt. Dan gaat het om leningen vanuit ons verduurzamingsfonds van 3 miljard euro. Dat is wat we op korte termijn al kunnen doen.

'We kunnen daaruit leningen verstrekken tegen aantrekkelijke voorwaarden en rentes. Waar we voorheen bijvoorbeeld aan een ondernemer vroegen om zelf 40 procent te financieren, nemen we nu als bank vaker meer risico door bij de verduurzaming van een agrarisch bedrijf voor de volle 100 procent te financieren zonder daar een hogere rente voor te rekenen.'


Zijn er al veel boeren met zo'n lening geholpen?

'Het loopt niet storm, maar er zit wel een zekere loop in. Het is voor iedereen een onzekere tijd, maar je ziet dat de ambitieuze voorlopers ook in dit soort tijden wel durven.

'De laatste update meldde zo'n 60 goedgekeurde aanvragen voor een financiering. De nadruk bij deze boeren ligt vooral op extensiveren. Dat geldt voor het overgrote deel van de aanvragen, bij een paar gaat het om een bedrijfsverplaatsing of een omschakeling naar een andere tak.'


Het innovatiespoor ligt dus nog steeds stil?

'We zien dat er afgelopen jaar in alle agrarische sectoren meer is afgelost dan dat er wordt bijgeleend. Dat betekent helaas ook dat er niet veel in verduurzaming wordt geïnvesteerd. Dat vinden wij wel een punt van zorg. Wij hopen dat die 3 miljard euro volledig benut gaat worden.

'Dat innovatie geen aantrekkelijke investering is, komt door de juridische onzekerheid rond veel nieuwe technieken en managementmaatregelen. Daardoor is extensiveren een veiliger keuze, omdat het daarbij vaak gaat om de aankoop van extra grond die zijn waarde wel behoudt.'


Er is onder boeren en tuinders een grote behoefte aan zekerheid. Het is echter maar de vraag of er snel een nieuw kabinet komt die dat kan bieden.

‘Er heerste een gevoel dat we afhankelijk zijn van de overheid en dat we daarop moeten wachten. Ik denk niet dat dat helpt, het vertraagt juist de ontwikkeling van de landbouw.

'Het besef dat er dingen moeten veranderen is inmiddels wel heel groot in de sector. Daarbij moeten we elkaar opzoeken en zelf laten zien wat we kunnen. Als sector kunnen we morgen beginnen met het inrichten van zo’n stoffenbalans en er beloningen aan koppelen. Uiteindelijk moet het juridisch borgbaar worden, maar met dat eerste kunnen we morgen al beginnen en resultaten laten zien. Dan krijgen ondernemers eindelijk een handvat waarmee ze kunnen laten zien dat wat ze doen wel of geen resultaat biedt.'

In maart dit jaar verraste u met een overstap van BoerenNatuur naar Rabobank. Hoe bevalt uw nieuwe functie?

‘Vooraf maak je natuurlijk een inschatting van hoe het zou zijn. Maar ik merk oprecht dat ik hier de ruimte krijg om met Rabobank samen stappen te zetten voor de sector. Ze dachten uiteraard al na over hoe het anders moet. Met deze visie hebben we heel breed gekeken binnen de landbouw, naar alle domeinen.

'Ik ben blij dat ik hier met mijn kennis en kunde mijn stempel op heb kunnen drukken. Rabobank is hiermee ook proactiever en uitgesprokener dan ze in de afgelopen jaren was.'



Voeren koeien, twan wiermans
Voeren koeien, twan wiermans © Fotografie Twan Wiermans



 

Vier toekomstscenario’s die leiden tot krimp


In het visiedocument 'Samen op weg naar een duurzame en vitale agrofoodsector in Nederland in 2040' schetst Rabobank vier scenario's die leiden tot krimp van de land- en tuinbouw. De bank gaat er daarbij van uit dat een afname van de landbouwproductie in Nederland het gevolg is van maatschappelijke wensen.


 

Door duurzamer te produceren leveren boeren en tuinders een grotere bijdrage aan de brede welvaart. Welk scenario dominant gaat worden en de mate waarin krimp zal plaatsvinden – evenals de vraag of boeren compensatie krijgen voor de afname van de productie – hangen sterk af van de keuzes die overheid, keten en consumenten bereid zijn te maken.

Dit zijn de vier mogelijke scenario's:


1. Forse krimp door koude sanering

Keten en overheid betalen niet voor de benodigde verduurzaming in de primaire sectoren. De sector krimpt omdat veel agrarisch ondernemers geen verdienmodel meer hebben. Omdat er een forse krimp van de productie plaatsvindt, worden er weinig kosten voor verduurzaming gemaakt. De verduurzaming komt voor een deel uit krimp. Bedrijven die wel investeren in verduurzaming vangen de kosten op door forse schaalvergroting en/of een multifunctionele bedrijfsvoering.


2. Krimp door versnelde schaalvergroting

Het accent ligt op economisch efficiënte productie op grote bedrijven die binnen de milieunormen produceren door het doelenbeleid van de overheid. Daar waar geen ruimte is voor schaalvergroting, vindt sanering plaats. Keten en overheid betalen niet voor de benodigde verduurzaming. De afzet van de duurzame productie van deze bedrijven is gericht op Europese consumenten en de hoogwaardige wereldmarkt.


3. Afgedwongen krimp door extensivering

In dit scenario bepaalt de overheid hoe groot de sector mag zijn en welke (veelal natuurinclusieve) productiewijze ondernemers mogen toepassen. Met normering, middelenbeleid en betaling voor groenblauwe diensten stuurt de overheid op extensivering.

Daarnaast kunnen bedrijven ook economisch rendabel zijn door verbreding van de bedrijfsvoering. Voorbeelden hiervan zijn kinderopvang, zorgboerderij, boerderijcamping en boerderijwinkel. Agrarisch ondernemers voor wie extensivering of verbreding geen haalbaar bedrijfsmodel is, zullen gedwongen zijn hun bedrijf te beëindigen.


4. Beperkte krimp door nieuwe verdienmodellen op basis van werkelijke waarde (true value)

In dit model verrekent de keten de kosten en baten van verduurzaming in de productprijzen (door slimme ketenconcepten) en betaalt de overheid aanvullend voor groene en blauwe diensten. Ook in dit scenario is krimp te verwachten. Maar doordat het verdienmodel voldoende blijft, is de krimp minder fors. Agrarisch ondernemers zijn in staat te investeren in omschakeling, extensivering, innovatie en/of verplaatsing en zitten daardoor zelf meer aan het stuur.

Productie en verwerking van voedsel vinden daar plaats waar de milieucondities het meest geschikt zijn. Import van veevoer buiten Europa is niet meer nodig. De nutriëntenkringloop wordt gesloten binnen de grenzen van Noordwest-Europa. De combinatie van een doelenbeleid en nieuwe verdienmodellen geeft een goede basis om de verduurzaming van de landbouw vorm te geven en de bijdrage aan de brede welvaart te vergroten.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    21° / 10°
    5 %
  • Woensdag
    25° / 11°
    60 %
  • Donderdag
    22° / 12°
    50 %
Meer weer