Voermanagement op één bij verlagen colistinegebruik

Preventie van geboorte- en speendiarree is het belangrijkste bij het verminderen van colistinegebruik. Onderzoek benadrukt de rol van optimaal voermanagement én van samenwerking tussen dierenarts, voeradviseur en varkenshouder.

Voermanagement+op+%C3%A9%C3%A9n+bij+verlagen+colistinegebruik
© Henk Risiwick

Een goed speenproces en een optimaal voermanagement rond de speenperiode zijn essentieel voor het terugdringen van het colistinegebruik in de varkenshouderij, stelt Jobke van Hout. Als dierenarts en onderzoeker varkensgezondheid bij Royal GD werkte ze mee aan het beleidsondersteunende onderzoek Colistinegebruik in de veehouderij, dat in 2021 door Wageningen Livestock Research werd opgestart en samen met Royal GD werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Het gebruik van colistine steeg tussen 2017 en 2020 in de gehele veehouderij met 62,1 procent. Een zorgwekkende toename, want colistine is soms het enige nog werkende antibioticum bij de mens en staat daarom op de lijst van kritische antibiotica van de Wereldgezondheidsorganisatie.

Omdat de toename van het colistinegebruik grotendeels toe te schrijven was aan de varkenssector, richtten de onderzoekers en dierenartsen zich in het onderzoek voornamelijk op het verminderen van het gebruik bij varkens.


Twee teams

Binnen het onderzoek zijn twee Antimicrobial Stewardships teams (A-teams) gevormd, waarin tien praktiserende dierenartsen hun voorschrijfgedrag in kaart brachten en ervaringen deelden. Een van deze dierenartsen is Rita Schuttert-Wilps van De Oosthof Dierenartsen.

‘Het verminderen van antibioticagebruik heeft altijd al mijn aandacht en interesse gehad. Als dierenarts weet je welke antibiotica je uitschrijft. Toch merkte ik dat het goed is om ermee bezig te zijn en erover na te denken. Het aandeel colistine kwam concreet op papier.’


Ook uit de cijfers van de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa) bleek duidelijk dat colistine vooral bij de gespeende biggen wordt ingezet.

Voer en voermanagement

De grootste winst is te behalen bij speenbiggen. ‘De kilogrammen colistine die bij gespeende biggen worden gebruikt als behandeling van speendiarree zijn veel hoger dan de kilogrammen die bij zuigende biggen met geboortediarree worden toegediend’, licht Van Hout toe.

Om het colistinegebruik bij speenbiggen te verlagen, is het voorkomen van speendiarree volgens de onderzoekers en dierenartsen een effectieve stap. ‘Om speendiarree te voorkomen, is een optimaal voermanagement voor en na spenen belangrijk. Het is de randvoorwaarde voor een goed speenproces’, vertelt Van Hout.

‘Daarmee bedoelen we de voersamenstelling, maar ook het aantal, de plaats en de beschikbaarheid van voerbakken en de watergift’, vult Schuttert-Wilps aan.

De dierenarts en onderzoeker benadrukken hierbij het belang van korte lijnen tussen dierenarts, voeradviseur en varkenshouder. ‘Verzamel als varkenshouder mensen om je heen met verschillende expertises. Zit een paar keer per jaar samen. Dat is niet alleen efficiënt, maar zorgt er ook voor dat iedereen van elkaar op de hoogte is en dat de neuzen dezelfde kant op staan. Samen kom je het verste’, geeft Schuttert-Wilps als tip.


Tekst gaat verder onder het kader

Colistinegebruik in de varkenshouderij daalt weer

Het gebruik van colistine in de varkenshouderij laat sinds de start van het onderzoek een dalende lijn zien, zo blijkt uit cijfers van de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa). Van 2017 tot en met 2020 steeg de dierdagdosering van colistine in de varkenshouderij met 53 procent. In 2021, toen het onderzoek liep, daalde het gebruik van dit geneesmiddel met 23,1 procent. Een jaar later volgde een daling van 24,5 procent, waarmee het colistinegebruik in de dierdagdosering op het laagst gemeten niveau kwam. Het totale gebruik ligt nu 11 procent lager dan in 2017.Varkensbedrijven zijn nog de grootste gebruikers van colistine. Daarnaast wordt het middel op legpluimveebedrijven ingezet. Lang niet alle varkensbedrijven gebruiken colistine. In 2022 gebruikte 31,2 procent van de zeugenbedrijven met zuigende biggen colistine. Bij zogende biggen wordt het middel doorgaans individueel toegediend, waardoor het totale gebruik laag is. Bij speenbiggen lag het aandeel bedrijven dat in 2022 colistine gebruikte op 27,5 procent. Het gebruik is hierbij vooral oraal per koppel. Verder gebruikt 3 procent van de vleesvarkensbedrijven colistine.Van de gebruikte colistine gaat het grootste aandeel (bijna 90 procent) naar speenbiggen. Het gemiddelde gebruik op deze bedrijven lag op 4,12 dierdagdoseringen op bedrijfsniveau. In 2020 was dit nog 6,71 dierdagdoseringen op bedrijfsniveau. Niet alleen het colistinegebruik is gedaald, want ook het gebruik van antibiotica in de varkenshouderij nam in 2021 en 2022 verder af. Sinds 2009 is het totale antibioticagebruik in de sector met 71,9 procent gedaald.

Zwakste schakel

Hoewel voermanagement een belangrijke rol speelt bij het verminderen van colistine, is optimalisatie geen garantie tot succes. ‘Elk bedrijf is anders, waardoor het belangrijk is om per bedrijf te kijken waar de zwakste schakel zit’, licht Schuttert-Wilps toe. Ze legt uit dat bijvoorbeeld ook bedrijfsinrichting, klimaat, hygiëne, biestmanagement, genetica en bacteriën op het bedrijf invloed hebben op het voorkomen van speendiarree en daarmee het gebruik van colistine.

Lukt het niet om speendiarree voldoende te verminderen, dan kan biggenvaccinatie tegen E.coli een oplossing zijn. Schuttert-Wilps merkt in de praktijk dat een vaccinatie ondanks de extra kosten en extra arbeid op veel bedrijven uit kan, ook op bedrijven waar weinig zichtbare speendiarree voorkomt.

Groeiverbetering, uniformere koppels en een algehele betere gezondheid zijn enkele positieve effecten die ze ondervindt. ‘Voer- en voermanagement staan op één, maar vaccinatie kan een goede aanvulling zijn’, benadrukt ze.


Colistine blijft belangrijk

De grootste slag in het verminderen van het colistinegebruik kan dan wel bij de gespeende biggen worden gemaakt, maar ook de zuigende biggen verdienen aandacht. Schuttert-Wilps: ‘Als jonge biggen gezondheidsproblemen hebben, dan is het belangrijk om ze te kunnen behandelen. Bij een snel verlopend ziektebeeld, zoals geboorte- en speendiarree, werken andere antibiotica dan colistine niet snel genoeg of hebben ze niet dezelfde effectiviteit. Als we geen colistine meer mogen gebruiken, dan heeft dat een verminderd dierwelzijn en uitval tot gevolg.’

De dierenarts hoopt dan ook dat het antibioticum geen derde keuze wordt. Als dit wel het geval is, dan is het aan de sector om te bepalen of dit middel nog binnen de kwaliteitssystemen gebruikt mag worden of niet. Van Hout ziet deze zorg ook bij de andere dierenartsen uit de A-teams.

Inmiddels is daarom een vervolgproject opgestart door de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV), waarbij wordt gekeken naar de effectiviteit van andere antibiotica als behandeling van geboorte- of speendiarree.

Nu het onderzoek Colistinegebruik in de veehouderij is afgerond, blijft het zaak om aandacht te besteden aan het onderwerp. In herhaling zit volgens Schuttert-Wilps de kracht: ‘Bewustwording en verandering heeft tijd nodig, dat merk je ook in andere projecten, zoals bij de krulstaart.’



Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    22° / 10°
    5 %
  • Woensdag
    25° / 11°
    60 %
  • Donderdag
    23° / 13°
    60 %
Meer weer